Veranderingen in de zorg (2016 & 2017)
Welke veranderingen zijn er in de zorg?
Ieder jaar vinden er wijzigingen plaats ten aanzien van het zorgstelsel en de zorgverzekering. Het is niet gemakkelijk om zelf al deze veranderingen bij te houden. Daarom worden hieronder de belangrijkste en meest actuele wijzigingen van dit jaar (2016) en volgend jaar (lees: zorgverzekering in 2017) in kaart gebracht. De pagina wordt regelmatig bijgewerkt, zodat iedereen op de hoogte blijft van belangrijke en recente wijzigingen op het gebied van de zorg.
De wijzigingen van de zorgverzekering voor 2017 zijn bekend gemaakt door het kabinet. Wat verandert er aan de zorgpremie, eigen risico en zorgtoeslag?
Op deze pagina wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Veranderingen binnen de zorgverzekering
- Veranderingen in de zorg
Veranderingen zorgverzekering
In 2016 hebben veranderingen plaatsgevonden met betrekking tot de Zorgverzekeringswet (Zvw) , het Besluit zorgverzekering (Bzv) en de Regeling zorgverzekering (Rzv). Deze wijzigingen hebben betrekking tot tal van onderwerpen, zoals het basispakket, het eigen risico en de zorgtoeslag.
Het basispakket die vanuit de basisverzekering wordt gedekt, is in 2016 op een aantal punten gewijzigd:
- Allereerst zal de eigen bijdrage voor hoortoestellen voor kinderen (onder de 18 jaar) worden afgeschaft. Dat betekent dat een gehoortoestel voor een kind volledig wordt vergoed door de zorgverzekeraar.
- Verder zal de sportarts per 1 januari 2016 vallen onder de dekking van de basisverzekering, omdat deze arts wordt erkend als specialist. Een verwijsbrief van de huisarts is wel vereist.
Verder worden er een aantal behandelingen toegelaten tot de basisverzekering:
- Prenatale chirurgie: het opereren van foetussen met een open ruggetje.
- Prenatale screening: de Niet-Invasieve Prenatale Test (NIPT) wordt op dit moment alleen vergoed bij een positieve uitslag van de combinatietest. In 2016 wordt de NIPT ook vergoed zonder voorafgaande combinatietest. Voorwaarde is dat de uitslag van de test positief is.
- Behandeling hepatitis C: de medicijnen Viekirax en Exviera tegen behandeling van chronische hepatitis C.
De volgende behandelingen zijn voorwaardelijk toegelaten:
- Medicijn tegen de auto-immuunziekte SLE
- Autologe Vettransplantatie (AFT) bij borstreconstructie
- Speciale behandeling bij Rughernia (PTED)
2017
Op dit moment (6 september 2016) zijn er al een aantal dingen bekend wat betreft de veranderingen in het basispakket die per 1 januari 2017 zullen worden doorgevoerd. Het basispakket wordt tot dusver uitgebreid met vergoedingen voor:
- Kortdurend verblijf in een zorginstelling voor patienten die vanwege medische redenen nog niet thuis kunnen wonen, bijvoorbeeld kort na ontslag in het ziekenhuis
- Borstprotheses voor vrouwen en transvrouwen die geen borstgroei hebben
- Bovenooglidcorrectie bij patiënten die niet of nauwelijks kunnen zien vanwege een slap of verlamd bovenooglid.
- Besnijdenis op grond van medische noodzaak
- Maximaal 37 behandelingen fysiotherapie voor mensen met etalagebenen
- Implantaten voor jongeren tot 23 jaar die (blijvende) snij- en hoektanden missen. Voorwaarde is dat de tanden verloren zijn gegaan als gevolg van een ongeval of genetische afwijking.
Eerder dit jaar kwam naar voren dat zorgkosten die buiten Europa worden gemaakt, niet langer worden gedekt door de basisverzekering. De werelddekking vanuit het basispakket zou daardoor komen te vervallen. Uiteindelijk blijft de werelddekking voor zorg in buitenland gewoon bestaan in 2017. Nederlanders die spoedeisende zorg buiten Europa nodig hebben krijgen 100 procent van het in Nederland gebruikelijke tarief vergoed.
Hoewel er eind 2014 nog een grote discussie was rondom vrije artsenkeuze, kan iedereen in 2016 kiezen uit drie verschillende polissen: een budgetpolis met beperkte zorgkeuze, een naturapolis met ruime zorgkeuze en een restitutiepolis met vrije zorgkeuze. Van vrije artsenkeuze is dus nog steeds sprake in het geval van de natura- en restitutiepolis. Toch is het opletten voor bepaalde polissen waarbij men voor bepaalde operaties of behandelingen slechts kan kiezen uit een selectief aanbod ziekenhuizen en klinieken.
2017
Er zal mogelijk een nieuwe polis worden geïntroduceerd waarbij verzekerden een korting krijgen op hun eigen risico als zij besluiten om gebruik te maken van ziekenhuizen en zorgaanbieders die zijn gecontracteerd door de zorgverzekeraar. De budgetpolis zoals we die nu kennen zal mogelijk blijven bestaan of dezelfde vormgeving krijgen als deze nieuwe polis.
Het wettelijk verplichte eigen risico wordt ieder jaar door de overheid vastgesteld aan de hand van de nieuwe begroting. Afgelopen jaren is het eigen risico alleen maar gestegen, zoals je hieronder kunt zien. In 2016 is het eigen risico met tien euro omhoog gegaan naar een totaal van 385 euro.
2017
In 2017 blijft het eigen risico gelijk, eveneens op een bedrag van 385 euro.
Zorgverzekeraars kunnen nu al voor bepaalde zorgvormen een vrijstelling geven voor het eigen risico. Dit geldt vooral voor bepaalde gezondheidsprogramma’s, bijvoorbeeld voor patiënten met diabetes. In 2017 krijgen verzekeraars zelf de mogelijkheid om bepaalde zorgvormen toe te voegen aan de vrijstelling voor het eigen risico. Het gaat specifiek om dieetpreparaten of preventieprogramma’s die gezondheidsproblemen kunnen voorkomen.
De zorgpremie is in 2016 met gemiddeld 50 euro gestegen. De gemiddelde basispremie bedraagt in 2016 iets meer dan 102 euro per maand. Dat was in 2015 ongeveer 98 euro. De stijging van de premie voor de zorgverzekering is met name te wijten aan de strengere eisen die de Europese Unie stelt aan de financiële gezondheid van zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars moeten daardoor grotere financiële reserves opbouwen en kunnen minder van hun opgebouwde reserves gebruiken om de premie laag te houden. Een andere factor blijft de transitie van de langdurige zorg begin 2015. Verzekeraars hebben er daardoor veel taken bijgekregen, zoals het organiseren (en bekostigen) van de wijkverpleging. Om die kosten te compenseren moet er meer vermogen worden opgebouwd.
2017
In 2017 stijgt de premie van de zorgverzekering naar verwachting met 42 euro. Dat komt neer op 3,50 euro per maand per verzekerde. Hieronder een overzicht van de nominale premie in de afgelopen jaren:
Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en premie Wlz
Zelfstandigen, werkgevers en gepensioneerden betalen in 2016 meer inkomensafhankelijke premie voor de Zorgverzekeringswet (Zvw). Om precies te zijn, is het percentage gestegen van 4,85 naar 5,50 procent. Verder is de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Wlz (Wet langdurige zorg) blijven steken op 9,65. Voor werknemers daalt de inkomensafhankelijke bijdrage iets.
2017
In 2017 daalt inkomensafhankelijke bijdrage Zvw met 0,10 procent voor iedereen. De premie voor de Wlz blijft ook in 2017 gelijk.
Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw (werkgeversheffing) | 6,95 procent | 6,75 procent | 6,65 procent |
Inkomensafhankelijke (eigen) bijdrage Zvw (ondernemers/gepensioneerden) | 4,85 procent | 5,50 procent | 5,40 procent |
Inkomensafhankelijke bijdrage Wlz (voorheen AWBZ) | 9,65 procent | 9,65 procent | 9,65 procent |
Maximum-bijdrage-inkomen
De maximum-bijdrage-inkomens van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw staan hieronder vermeld:
maximum-bijdrage-inkomen | 51.976 euro | 52.763 euro | nog niet bekend |
Om de stijging in de zorgpremie te financieren is de zorgtoeslag iets omhoog gegaan in 2016. Mensen met een minimuminkomen zien hun zorgtoeslag in 2016 stijgen van 78 naar 83 euro. Voor meerpersoonshuishoudens geldt een maandelijkse stijging van 10 euro. Met deze stijging worden verzekerden volledig gecompenseerd voor de stijging van de zorgpremie.
Bij het bepalen van de zorgtoeslag kan ook het eigen vermogen een rol spelen. Het berekenen van je persoonlijke toeslag kan via de website van de belastingdienst.
2017
De zorgtoeslag stijgt volgend jaar gedeeltelijk mee met de stijging van de nominale premie. Alleenstaanden in de laagste inkomenscategorie (of geen inkomen) krijgen er maandelijks 2 euro bij. Meerpersoonshuishoudens krijgen het dubbele van dit bedrag.
Verandering in de (langdurige) zorg
Per 1 januari 2015 is de AWBZ overgeheveld naar een aantal nieuwe en bestaande wetten, namelijk:
- De Wet langdurige zorg (Wlz)
- Zorgverzekeringswet (Zvw)
- Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
- Jeudgwet
Hieronder een video die de belangrijkste wijzigingen bondig bespreekt.
Door de wijzigingen hebben vooral gemeentes en zorgverzekeraars er veel taken bij gekregen. Hieronder wordt nader ingegaan op de taken die vanuit de AWBZ zijn overgeheveld.
De Wlz is een nieuwe zorgwet die AWBZ-taken overneemt in het kader van langdurige en intensieve zorg. Mensen die voor de wet in aanmerking komen hebben de hele dag zorg of toezicht in de nabije omgeving nodig. Dit zijn bijvoorbeeld vergevorderde demente ouderen, ernstig chronisch zieken of jongeren en volwassenen met een ernstige verstandelijke, zintuigelijke of lichamelijke beperking.
Via het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) kan men een indicatie voor zorg vanuit de Wlz aanvragen. Het CIZ gaat dan onderzoeken of je daarvoor in aanmerking komt. Afhankelijk van de indicatie kan men dan recht hebben op verschillende zorgvormen of behandelingen, zoals:
- Verblijf in een instelling
- Persoonlijke verpleging en verzorging
- Begeleiding
- Bepaalde hulpmiddelen
- Geneeskundige zorg en behandeling in verband met de indicatie
- Vervoer naar de plek waar begeleiding, behandeling, verblijf en/of verzorging plaatsvindt
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
In 2015 is er een nieuwe Wmo. Deze wordt qua takenpakket uitgebreid, omdat er een aantal taken vanuit de voormalige AWBZ worden overgenomen. Dit betekent dus ook dat de gemeente meer verantwoordelijkheden krijgt. De nieuwe Wmo heeft als voornaamste doel om ervoor te zorgen dat mensen hulp krijgen zodat ze zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Hieronder een overzicht van de nieuwe doelen/taken van de gemeente in het kader van de Wmo 2015:
- Ondersteuning van mensen die op eigen kracht niet zelfredzaam zijn (ondersteuning en begeleiding)
- Ondersteuning van burgers bij het partciperen in de samenleving (dagbesteding)
- Bescherm wonen en opvang
- Ondersteuning van mantelzorgers
- Ondersteuning van cliënten, bijvoorbeeld bij de Wmo-aanvraag.
De gemeente bekijkt met de cliënt samen wat zijn/haar mogelijkheden zijn en wat zijn/haar familie en vrienden kunnen betekenen. Vervolgens wordt overlegd en bepaald welke hulp precies nodig is. De wijkverpleegkundige kan ook een belangrijke rol spelen in dit proces. Uiteindelijk is het de gemeente die een algemene voorziening of maatwerkvoorziening aanbiedt aan de cliënt, zoals:
- Huishoudelijke hulp
- Koffieochtend of bijeenkomst in het buurthuis
- Boodschappenbus
- Maaltijdservice
- Hulp bij de administratie
- Scootmobiel
Ook zorgverzekeraars hebben er in 2015 taken bijkregen. Dat komt doordat een aantal taken vanuit de AWBZ zijn overgeheveld naar het basispakket van de Zvw. Om precies te zijn gaat het om:
- Verzorging en persoonlijke verpleging thuis (extramuraal), zoals het toedienen van medicatie, hulp bij het wassen en aankleden en het verzorgen van wonden.
- Behandeling (zonder opname) van mensen met een zintuiglijke handicap
- Palliatieve zorg (verzachting en verlichting van terminaal zieken)
- Intensieve kindzorg
- De eerste drie jaar Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)
De wijkverpleegkundige bekijkt welke zorg en hulp iemand nodig heeft op medisch en sociaal gebied. Zowel de gemeente en zorgverzekeraar werken hierin samen en maken gebruik van de bevindingen van de wijkverpleegkundige. Daardoor komt het voor dat sommige zorg en ondersteuning vanuit de Wmo wordt vergoed en andere zorg vanuit de Zvw.
Voor de meeste zorg die op grond van de Zvw wordt vergoed, geldt het eigen risico.
–> Meer over het basispakket en de Zorgverzekeringswet
Ook de jeugdzorg is per 1 januari 2015 op een andere manier georganiseerd. Zo zijn er meerder taken vanuit de AWBZ bijgekomen. Daarom is er nu een nieuwe wet: de Jeugdwet. In de wet staat dat gemeenten voorziet in het organiseren van de nodige hulp en zorg voor kinderen en jeugdigen. Kortom, de volgende zorg- en hulpvormen worden daarom vanuit de Jeugdwet , door de gemeente, geregeld:
- Hulp bij opvoedingsproblemen
- Basis- en specialistische GGZ
- Forensische GGZ
- Zorg bij een lichte lichamelijke beperking
- Zorg bij een (lichte) verstandelijke beperking
- Vervoer bij begeleiding
- Persoonlijke verzorging (sommige gevallen)
- Kinderbescherming
- Jeugdreclassering
- Gesloten jeugdzorg
Toegang tot jeugdzorg- en hulp op grond van de Jeugdwet is beschikbaar via de gemeente bij een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) of via een wijkteam. Ook een school of arts kan een centrale rol spelen in de toegang tot jeugdhulp. In de praktijk vindt toegang tot jeugdzorg/jeudhulp echter op een iets andere manier plaats. Vraag na bij jouw gemeente hoe dit is geregeld.
In sommige gevallen valt de zorg en hulp voor kinderen en jongeren onder de 18 onder een andere wet, namelijk de Zvw of de Wlz.
–> Meer over jeugdzorg en de Jeugdwet
Voor veel mensen die in 2014 onder de AWBZ vielen, geldt een overgangsregeling. Deze is bedoeld om de overgang naar de nieuwe en bestaande zorgwetten (Wlz, Wmo, Zvw en Jeugdwet) soepel te laten verlopen. Dat betekent dat de regels in 2015 soms nog niet van toepassing zijn.
–> Meer over de overgangsregelingen
Ook in 2015 blijft een pgb mogelijk voor de Wlz, Wmo, Zvw of Jeugdwet. Er kunnen wel nieuwe regels van toepassing zijn om voor een pgb in aanmerking te komen. Verder is de uitbetaling van het pgb op een andere manier georganiseerd. Het pgb wordt niet langer ontvangen als voorschot op de eigen rekening. In plaats daarvan zorgt de Sociale Verzekeringsbank (SVB) voor de betaling aan zorgkantoren. Door invoering van het trekkingsrecht zorgt het zorgkantoor ervoor dat het pgb wordt overgemaakt .
Was deze informatie nuttig?
Ja Nee Een beetje91% vond het overzicht 'Welke veranderingen zijn er in de zorg?' nuttig (gebaseerd op 47 beoordelingen)
Deze pagina is geactualiseerd op: 29 september 2016
Source: www.zorgwijzer.nl